In 2023 werd door zeven organisaties uit de VVT Alliantie gestart om ervaring op te gaan doen met slimme hulpmiddelen in de thuiszorg. De doelstelling was om 15% van de thuiswonende cliënten aan te sluiten en dat is gelukt! Een mooi moment om met programmamanager Sanne-Lot van Ulzen en Zaineb Syed, manager Kwaliteit, Innovatie en Projecten, terug te kijken op dit proces.MIJ was één van de eerste organisaties die de doelstelling behaalde. Zaineb Syed, manager Kwaliteit, Innovatie en Projecten, is verantwoordelijk voor de innovatieprojecten binnen MIJ. MIJ komt voort uit een samenvoeging van MOB, Internos Thuiszorg en Jij en biedt onder andere wijkverpleging, 24-uurszorg, huishoudelijke hulp en begeleiding.
Sanne-Lot: ‘Hoe heb je de uitrol van de slimme hulpmiddelen (Virtuele Thuiszorg) aangepakt?’ Zaineb: ‘Een succesfactor is toch wel dat we gebruik maken van de aandachtsvelders zorgtechnologie (kartrekkers). Die zijn enthousiast over zorgtechnologie en blijven er aandacht voor vragen in de teams. Anders zakt het weg. Bovendien nemen de kartrekkers mij, de projectleider, veel werk uit handen.’
‘Wil je dat uitleggen?’ Zaineb: ‘Om een innovatie te laten slagen, is het nodig om mensen mee te krijgen, dat kun je niet in je eentje, niet als manager en niet als projectleider. Daarvoor hebben we de kartrekkers of aandachtsvelders nodig. Het zijn vaak zorgmedewerkers en die weten als geen ander hoe het werkt in de dagelijkse praktijk. Het is nu veel duidelijker wie wat doet. Bovendien halen zij tijdens de teamvergaderingen op aan wat voor andere slimme hulpmiddelen behoefte is en tegen welke problemen collega’s aanlopen tijdens inzet van de hulpmiddelen. Natuurlijk stop ik zelf ook tijd in het aansturen en enthousiasmeren van mijn collega’s. Ook hebben wij ondersteuning gehad van stichting Verbeterlab bij het enthousiasmeren van de teamleiders.’
Sanne-Lot: ‘Zijn er nog meer succesfactoren?’Zaineb: ‘Jazeker. Focus ligt op prioriteren en van tevoren al kunnen inschatten wat een verandering oplevert voor de cliënten, medewerkers en de organisatie. We hebben korte lijntjes en nemen snel een beslissing of we wel of niet beginnen aan een pilot. We beginnen alleen aan een pilot als we het idee hebben dat het opgeschaald kan worden, dus we proberen niet zomaar wat uit. Tijdens de pilot maken we een business case, bijvoorbeeld om te volgen of de kwaliteit van zorg verbetert of dat er tijd bespaard kan worden. Als blijkt dat het onvoldoende is, dan kijken we hoe we dat kunnen verbeteren, maar als we geen mogelijkheden meer zien, dan stoppen we er mee. Zo houd je overzicht over de ingevoerde innovaties.
Verder was het in dit project heel fijn om kennis en ervaring met de andere organisaties te delen. De lijnen waren kort en de voorwaarden om mee te doen waren duidelijk. Het was een prettige samenwerking.’
‘Dus jullie gaan door met Virtuele Thuiszorg?’‘We zijn nog steeds enthousiast. Wij werken nu samen met Mobile Care, zij leveren alle innovatieve hulpmiddelen. En ook al gaat nog niet alles zoals we willen, ze staan gelukkig wél open voor feedback en doen er veel aan om de klantenservice te verbeteren.’
Wat is virtuele thuiszorgVirtuele thuiszorg, geleverd door bijvoorbeeld Mobile Care, is een mandje met ongeveer 40 hulpmiddelen voor thuiswonende cliënten. Voor een vast bedrag per maand per cliënt kun je als organisatie alle hulpmiddelen inzetten. Denk bijvoorbeeld aan de medicatiedispenser, een BBrain om de structuur te ondersteunen, sensors, beeldzorg, een gps-horloge en de Helpsoq, maar ook aan een (online) welzijn- of beweegcoach. Het doel van deze virtuele thuiszorg is om de zorg te ontzorgen. Een verzorgende kan tijdens een intake met de cliënt al de mogelijke online hulpmiddelen bespreken en aanvragen.
Terug naar het nieuwsoverzicht